20 augustus 2022

Putjeschepper

Woensdag ben ik naar het westen gegaan. Ik schatte in dat mijn rug dat wel aan zou kunnen en dat was ook zo. Nadat ik eerst de aanhanger bij Hans en Jolanda gestald had, ben ik naar Jan Peter gegaan, daarna naar Greet, en tenslotte weer naar Hans en Jolanda. Daar heb ik gegeten en geslapen. Donderdag ben ik naar Geert en Francien gereden en na de lunch naar Bennebroek, naar het huis van Hans zijn vader. Daar zijn namelijk wat platen hout over en die kan ik natuurlijk goed gebruiken. Hans laadt de platen een dezer dagen in onze aanhanger en die pikken we volgende week op. Vervolgens ben ik via Pelle weer op huis aan gegaan. Ik had erg de behoefte iedereen weer eens te zien, maar was ook weer blij toen ik bij thuiskomst de boswal weer zag.

Gelukkig had het een beetje geregend in Noordwolde, helaas maar een beetje.

Irene heeft tijdens mijn afwezigheid een pad op bezoek gehad. Of die zelf naar binnen is gelopen of dat Krokus er een rol in gespeeld heeft weten we niet.



Gisterochtend werd de paardenwei gegierd. Jaap (de broer van Joukje, wiens boerderij we vorig jaar beocht hebben) was er voor de supervisie en dus hebben we even staan kletsen. Onder anderen over zijn vakantie naar Noorwegen, de droogte (die oor sommigen grastekort tot gevolg heeft en melkprijzen. Ik veronderstelde dat die een eens per jaar afgesproken zouden worden of zo, maar niets daarvan. Dagprijzen zijn het. 

Daarna heb ik eens gekeken of het onderste, ronde deel van de put van beton is, of gemetseld. Geen van beide. Wij blijken in het rijke bezit te zijn van een houten put. Is misschien doodnormaal, wij vinden het bijzonder. 


Dat geconstateerd hebbende, heb ik een gereedschapje gemaakt om de put uit te baggeren. Dat werkt best aardig, alleen is het emmertje te klein.


's Middags zijn we naar Wolvega gefietst. Ik moest naar de opticien, Irene moest naar de schoenmaker. Uiteraard zijn we langs de Linde gefietst, over het pas geopende fietspad. Dat was voor mij de eerste keer. We hebben er even op moeten wachten, maar nu hebben we een prachtige route naar Wolvega.




De dreigende lucht beloofde veel goeds, jammer genoeg is het bij een paar spettertjes en een buitje gebleven. 


Pelle zal daar anders over denken. Als je op Lowlands bent wil je natuurlijk geen regen.

Zoals elke morgen heb ik vanmorgen eerst Pastel biks gegeven. Max knabbelt inmiddels overigens naar hartelust mee. Pastel heeft een tic. Tijdens het eten gaat ze steeds met haar voorpoot op en neer. Regelmatig gooit ze zo de voederbak om (en komt mijn voederbakovereindzethaak goed van pas). 



Vanmorgen heb ik ook een groter bagger-emmertje gemaakt. Dat gaat ook niet snel, maar wel sneller. 


Nadat ik een paar emmers vol gebaggerd had moest ik stoppen. 


Baggeren is waarschijnlijk het domste dat je kunt doen als je last van je rug hebt (en dan vermijd ik zorgvuldig termen als "oerstom", "niet goed bij je paasei" en "van de ratten besnuffeld"). Nou ja, dat baggeren moet dat later maar. Het is nu een paar uur later en het lijkt er op dat ik niet héél erg hard gestraft wordt voor mijn stommiteit.

Omdat de put dus nog wel even open zal liggen heb ik er voor zolang een deksel op gemaakt.

Irene heeft het grind eindelijk zo goed als onkruidvrij. Een megaklus die hopelijk, behoudens wat onderhoud, niet terug komt.


We hebben overwogen vandaag te maaien, maar besloten dit niet te doen. We willen niet dat het gras nog meer verdroogd. In het ergste geval moeten we in twee stappen maaien tegen de tijd dat we dat überhaupt weer gaan doen.

Kim en Harold (van nr.11) hebben veel last van de das en hadden hem van de week bijna onder de auto. Ga ik vanavond toch maar weer eens de WC aan het begin van de oprijlaan zetten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten