Ruim anderhalve week ben ik nu op mierenjacht. Ik wordt daar behoorlijk chagrijnig, pissig en giftig van. Het zijn houtmieren en die wil je niet in de buurt hebben en zeker niet in je huis, want ze vreten je hout aan. Daarom hebben we vorige week onze vriend de plaagdierenbestrijder laten komen. Die heeft ons tips gegeven en geconstateerd dat we wel goed bezig waren. Volhouden! De tips hebben we opgevolgd. Gaten gedicht en nesten gezocht. Alle bielzen achter Lasse zijn er uit en weggebracht. Twee grote nesten die daar in zaten zijn uitgeroeid. Met gif! Hoezeer we daar niet van houden, er is geen houden aan! Maar zo werkt het. Als je in je bestaan bedreigd wordt...
Daarnaast heb ik nog drie nestjes uitgemoord, maar daar zaten geen eieren in en waren dus niet echte nesten. Het goede nieuws is dat we ze niet meer in huis hebben. Eindeloos speuren, zoeken en mieren volgen leidde mij naar de laatste twee plekken waar ze door naar binnen gingen. Die zitten dicht.
Ik heb zelfs de meterkast verwijderd om de laatste mieren daar te killen.
Maar er moet nog ergens een nest zitten. Vele kolonnes heb ik gevolgd, maar geen één leidt naar een nest lijkt het. Lijkt het, want die ellendelingen lopen niet zo maar wat rond. Ik weet nu wie de verkenners zijn en wie de voedselvezamelaars zijn. Ik zie ze communiceren door elkaar te belasten.
Helaas een taal die ik niet begrijp. Het is super georganiseerd allemaal, best indrukwekkend. Maar elk spoor loopt dood. Tot achter het kippenhok komen ze, maar dan? Gekmakend is het. Als ik m'n ogen dicht doe zie ik de hele tijd mieren. Als ik ergens binnen ben speur ik continu de plinten af naar mieren. Vanmiddag heb ik het in zo verre opgegeven dat ik ruimschoots gif gestrooid heb op de looproutes. Hopen dat dat helpt. Want na anderhalve week ben ik er wel klaar mee.
Is er dan niks leuks gebeurd? Zeker wel. Irene heeft druiven geplukt.
Regelmatig zien we de kleine haas in de tuin.
Of anders wel de huisegel.
Herman en Linda kwamen langs. We zijn naar Meppen geweest, Frank en Joke zitten daar in een huisje. We hebben een prachtge boswandeling gemaakt en een hoop mooie paddestoelen gevonden.
En we zijn wezen varen in de Weerribben. Gerard en Patricia in de opgeknapte houten kajak van Edy, Irene en ik in de Canadese kano van Gerard en Patricia. Zo'n Canadese kano is niks vind ik, volgende keer een kajak. Want een volgende keer gaat er zeker komen, want het is een prachtig gebied om door te varen. Zeker met mooi weer!
Weer terug in Noordwolde hebben we gezamelijk chinees gegeten en toen zijn wij weer naar huis gegaan. Kijken hoe het met de mieren was.
Gelukkig kom ik tijdens het speuren en moorden nog wel een hoop andere, leuke, beestjes tegen. Ongelooflijk, wat er allemaal rondtkruipt. Hier een paar mooie.