05 november 2020

Noordwolde

Er valt een hoop te zeggen over Noordwolde. Dat zal ik niet doen, kijk daarvoor maar op internet, daar is genoeg te vinden. Wel op Noordwolde, Friesland zoeken, want voor je het weet zit je in Noordwolde, Groningen.

 


 

 

 

 

 

 

 

Noordwolde in een notendop:

Bepalend voor de  ontwikkeling van Noordwolde in de laatste 200 jaar zijn de voormalige koloniën, gesticht door de Maatschappij van Weldadigheid.  

"De Maatschappij van Weldadigheid is een particuliere organisatie in de 19e eeuw die armoedige gezinnen, veelal uit de grote steden, wilde helpen om een eigen bestaan op te bouwen als boer".

Voor de geïnteresseerden:  

https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Maatschappij_van_Weldadigheid

https://www.welkomtoenwelkomnu.nl/

Dit wil ik jullie niet onthouden:
"Ook Isaac da Costa en Ottho Gerhard Heldring waren felle bestrijders van de ideeën van Van den Bosch. Naar hun opvatting maakten armen en hulpbehoevenden deel uit van de samenleving, opdat rijken en welgestelden hun barmhartigheid konden betonen als blijk van christelijke naastenliefde".

Niet iedereen was tevreden met het bestaan in de koloniën en een aantal bewoners pakten hun biezen. Wanneer deze "vluchtelingen" in staat waren om binnen een nacht een plaggenhut met rokende schoorsteen te bouwen, mochten ze in die plaggenhut blijven wonen (Noordwolde-Zuid is mede hierdoor ontstaan). Ze mochten dan vrij zijn, ze hadden wel een nieuw probleem, geen inkomsten. De boeren in de omgeving hadden geen werk voor ze en dus was er veel armoede. Met de min of meer toevallige opkomst van de vlechtindustrie werd dat deels opgelost. Noordwolde werd zo'n beetje de vlechthoofdstad van de wereld. Op het hoogtepunt werden er alleen al 200.000 rotan stoelen per jaar verkocht, in binnen- en buitenland. Het vlechtmuseum in Noordwolde geeft een goed beeld van deze geschiedenis en is voor de wat ouderen onder ons een feest der herkenning. En terwijl ik dit zit te schrijven krijg ik een appje van Irene. Die kwam, o wonderlijk toeval, twee stoeltjes tegen die ze gratis mee mocht nemen. Helemaal Noordwolde, perfect voor onder de overkapping en dus heb ik ze opgehaald.

Noordwolde valt onder de gemeente Weststellingwerf en telt 3.600 inwoners. Alle basisvoorzieningen zijn er. Een nog best aardige hoeveelheid winkels (bouwmarkt!), gezondheidscentrum, 2(!) kringloopwinkels, pizzeria, weekmarkt, Big Train World (Europa's grootste grootspoor en modeltreinenwinkel. Alleen de kroeg De Olde Vaert is (tijdelijk) gesloten. Daar gebeurden dingen die niet door de beugel konden... 

Voorts zijn er campings (7 binnen een straal van 2 km), een bungalowpark, diverse monumenten, is er een molen, een filmhuis, een joodse begraafplaats, diverse koren, de Spokeplas waar je kunt zwemmen, Hengelsportvereniging "De Makreel", Wandelvereniging "De Blaren", SV Olyphia en Gymnastiekvereniging Togido. Die laatste is niet onbelangrijk, zij geven namelijk Body Shape groepslessen, een eerste levensbehoefte voor Irene. Stoplichten ben ik er nog niet tegengekomen.



 
Iets grotere plaatsen in de omgeving zijn Wolvega en Steenwijk. Vlakbij zijn er bossen (500 m), hei (1km) en de Lindevallei (4,5 km). Iets verder weg liggen Giethoorn, Nationaal Park Weerribben-Wieden en Nationaal Park Drents-Friese Wold.
Al met al een perfecte plek voor een nieuw leven. En voor bezoekers is de Schapendrift een prima uitvalsbasis om dit alles zelf te komen ontdekken!
 
Tot het zo ver is, kijken wij, bij wijze van inburgeringscursus, naar Omrop Fryslân. Helaas is wordt daar voornamelijk Fries gesproken en daar snappen wij geen barst van. Wij Noordwolders spreken tenslotte Stellingwarfs of Koloniaals.


 







03 november 2020

Ondertussen op de Landleeuw...

Terwijl wij met ons hoofd op de Schapendrift waren, moest de focus verplaatst naar de Landleeuw. Want die moet natuurlijk zo snel mogelijk in de verkoop. De tijd van champagne drinken en de eerste cadeaus is voorbij, we moeten aan de bak.

Geen tijd dus om de fietstassen die Irene van Ineke kreeg te monteren, geen tijd om me te verdiepen in kruiwagens (cadeau van Geert en Francien). Nog even en we moeten een groter huis...
Naast regeldingetjes voor de hypotheek wordt er dus naar hartelust gestyled (opgeruimd dus) en schoongemaakt. Met name de zolder was een uitdaging. Het resultaat blijft een rommelzolder maar dat is niet anders.
Het is in ieder geval een (soort van) opgeruimde rommelzolder. Voor de rest is het overzichtelijk en voornamelijk een kwestie van gewoon doen. Woensdag komt de opmeet-meneer en donderdag de fotograaf, dan moet het klaar zijn. Dat gaan we halen want Irene heeft de smaak helemaal te pakken en weet van geen ophouden.
Ik ben inmiddels zo zen dat ik lekker een blogje zit te schrijven en de laatste klussen tot morgen voor me uit schuif. Zo, dan ga ik me nu maar weer eens verder verdiepen in Noordwolde.

02 november 2020

Blij

Natuurlijk is niet iedereen even enthousiast over onze verhuisplannen. Dat valt te begrijpen. En geloof me, hun bedenkingen zijn onze bedenkingen. Punt is dat het voor ons een beetje nu of nooit is. Want om nou hier ongelukkig te blijven zitten wachten op een huis in de buurt dat niet komt, of pas over vijf of tien jaar nog ergens anders een nieuw leven op te moeten bouwen... 

Maar ondanks de reserves die sommigen logischerwijs hebben, is iedereen die ons dierbaar is ontzettend blij voor ons. Het wordt ons héél erg gegund. Dat is groots en hartverwarmend. En dat wilde ik even zeggen. 

01 november 2020

Het kavel

Dat we een vreemd kavel hebben hoeft geen betoog, 13 x 370 meter is een beetje raar. Maar ik moet zeggen, het went snel. Qua idee dan, want hoe het is om op te leven moeten we maar zien. 


 Een streepje op de kaart, meer is het niet.


370 meter is lang, dat is al bijna een halve kilometer! Als je van een ijsbaan een rechte lijn maakt heb je ons kavel. Of deze: loop van de parkeergarage tegenover het Concertgebouw richting het Rijksmuseum. Als je dan bijna bij het museum bent, zo bij het eind van de vijver, dan heb je 370 meter afgelegd. 


13 meter breed is beter te behappen, ruwweg ruim 2 x zo breed als onze tuin nu. Een trekker met oplegger is in Nederland maximaal 16,50 meter lang. Daar kun je er dus ruim 22 achter elkaar van kwijt op ons potloodstreepje, maar in de breedte niet één.

Als ja vanaf de Schapendrift ons hek doorgaat kom je op "de oprijlaan". Deze is ongeveer 164 meter lang. 


Aan het eind van de oprijlaan kom je bij het tweede hek, daar begint "het erf". Vanaf het tweede hek gaat het langs de kapschuur, houtopslag, schuur en carport, en kom je uiteindelijk na 50 meter bij de achterdeur (die dus aan de straatkant ligt). Op de plek waar nu de bijgebouwen staan willen we een nieuwe schuur/opslag/werkplaats bouwen.

Naast het huis is aan beide kanten een smal stukje erf. Loop je de voordeur uit (die dus aan de zijkant ligt), dan sta je drie meter verder tussen de koeien in "de koeienwei" van onze buurman. 


Vanuit de slaapkamer is het vier meter tot de erfgrens. Gelukkig lopen hier, in "de paardenwei", paarden en geen giraffen. Want dan zou je, als je het raam open hebt staan, 's morgens zomaar wakker kunnen worden met een giraffekop voor je neus.

Achter het huis begint "de tuin". Lopen we naar achteren (wat dus eigenlijk naar voren is), dan passeren we "de paardenboxen" met daartussen de overkapping. 
Achter de paardenboxen begint "de geheime wei", een strook gras die middels een heg afgeschermd is van de tuin. Van de voorkant van het huis (die dus niet aan de straatkant ligt), tot het einde van de tuin is het 60 meter. 
 
Daar is het hek naar "de schapenwei", die maar liefst 80 meter diep is.

 
Voorwaar een aardig lapje grond. Totale grootte: 4680m2. 

De bestemming van de geheime wei ligt nog open. Zonnepanelen en/of kippen en/of groententuin zijn serieuze opties. De schapenwei zou, als Irene haar zin krijgt, zomaar schapenwei kunnen worden. Ik vind het allemaal best, want ik krijg een werkplaats. Hoe we de 100 meter heg gaan onderhouden staat nog te bezien. In ieder geval niet met de kettingzaag die ik voor weinig bij de Ibood tegenkwam en natuurlijk niet kon laten lopen.

Wie de vuilnisbak aan de straat gaat zetten is nog een puntje. Alhoewel...Irene komt net hiermee op de proppen:


En aangezien ik dat zéker niet ga dragen...

 

 



 


De taal

Uilenbord, of ûleboerd (Fries), oelbred (Gronings), oelebret (Drents), oelebod (Stellingwerfs) en zo kan ik waarschijnlijk nog wel even doorgaan. 

Waar het hier om gaat is dat ik weer even een moeilijk momentje had toen ik de vorige post afsloot met "oelebod". Dat deed me weer beseffen dat ze in Noordwolde een andere taal spreken. Dat het niet naast de deur ligt. En dat is best heftig. Natuurlijk is het niet de andere kant van de wereld. En ja, wij zijn in Nederland geen afstanden gewend en ben je eigenlijk zo in het westen. Maar toch, onze sociale levens achterlaten is niet niks. Irene d'r sociale netwerk is divers en groot. Werk, sport, zingen, leesclub, familie, vrienden enz. enz. De lijst is lang. En alleen al het feit dat ze stopt met haar werk is ingrijpend. Mijn sociale netwerk is minuscuul. Familie en vrienden, en dan van beide niet veel. Dus veel laat ik niet achter, maar wel alles. Het is een tikkeltje klote dat ik me zo aan alles hecht. Ik ben dol op mijn oude, kromme tentharingen, die hebben wat te vertellen. Vind ik een paar mooie spijkers? We zijn vrienden voor het leven. Die zijn er als je ze echt nodig hebt. En ik voor hen, want mijn loyaliteit is grenzenloos. En dus gaat er een hoop zooi mee naar Noordwolde. Spullen kun je verhuizen, maar familie en vrienden niet. En als ik me al aan een oude spijker hecht... Dus is het, naast spannend, uitdagend en opwindend, ook best zwaar. Ik hoop zó dat contact houden met Hoofdorp e.o. ons goed afgaat, dáár ligt de uitdaging. Wij hebben natuurlijk wel het voordeel dat Noordwolde een meer dan perfecte bestemming is om te bezoeken...

En daar spreken ze dus een andere taal. Ingewikkeld verhaal en dus wenden wij ons tot Wikipedia:

De Tjonger of Kuinder (officieel: De Tsjonger of De Kuunder, Stellingwerfs: Kuunder, Fries: De Tsjonger) is een riviertje dat van zuidoost naar het zuiden van de Nederlandse provincie Friesland loopt.

De Tjonger vormt een taalgrens: globaal kan gesteld worden dat het Friese taalgebied ten noorden ervan ligt, en het Stellingwerfse taalgebied (Nedersaksisch) ten zuiden ervan. Uitzondering zijn de zuidelijke vervenersdorpen Appelscha en Ravenswoud: vooral de oudere inwoners spreken hier Fries. Elk taalgebied had zijn eigen naam met daarnaast de formele Nederlandse naam.

De Topografische Dienst van Kadaster Geo-Informatie vermeldt het water als Kuinder of Tjonger. De naam De Tsjonger of De Kuunr geldt sinds 15 maart 2007 als de officiële naam. De Stellingwerfse naam Kuunder is sinds 15 maart 2007 ook de officiële naam van de Boven Tjonger.

Dan denk je, ok, dan geen Fries leren, dan leren we toch Stellingwerfs, net zo makkelijk. Nou, dan heb je dus mooi effe buiten die Noordwolders gerekend...

Het Stellingwerfs (Stellingwarfs) is een Nedersaksische streektaal die nog wordt gesproken in de gemeenten Oost- en Weststellingerwerf (samen de Stellingwerfen), Steenwijkerland en het aangrenzende deel van Drenthe (waar men de eigen streektaal ook wel Drents noemt). Uitzonderingen zijn de verhoudingsgewijs Friestalige dorpen Donkerbroek, Haulerwijk, Waskemeer Ravenswoud, Haule en Appelscha (alle Ooststellingwerf) en het gebied rond het dorp Noordwolde (Weststellingwerf), waar zich onder invloed van de Koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid een eigen streektaal ontwikkeld heeft, het koloniaals.

Het koloniaals. Ik vind het een goed verhaal. "Koloniaal" heeft bepaald geen positieve connotatie. En dan gewoon koloniaals spreken, vind ik grappig. Niet dat ik weet of ik het ooit gehoord heb, ik wist ten slotte niet eens van het bestaan af. Één ding weet ik zeker. Ik spreek héél graag met familie en vrienden. En het maakt me geen reet uit in welke taal dat is.