Gisteren hebben we eerst wat huishoudelijke dingen gedaan, want sfeervol woudboerderijtje of niet, dat moet toch gewoon gedaan worden. Tegen vieren arriveerden Roy en Barbara. Wij waren blij ze te zien en werden verrast met een vogelpindakaas-huis voor buiten en een overlevingspakket "Nederlandse" lekkernijen voor binnen.
Na de rondleiding hebben we geborreld, gegeten en gepraat.
Het schilderij met schapen heeft dankzij de suggestie van Roy, in ieder geval voorlopig, een plaatsje in de gang gekregen.
Om 21.00 hebben we een wandelingetje gemaakt. Het grote voordeel van een lange oprijlaan in tijden van avondklok, je kunt er gewoon even uit (en héél puberaal drie stappen op de weg zetten natuurlijk).
Rond 01.30 zijn we gaan pitten. Vanmorgen hebben we heel gezellig ontbeten en vervolgens in de stralende zon een wandeling gemaakt.
Vijf reeën zagen we maar liefst en we concludeerden dat die toch "echter" wild zijn dan in de duinen.
Het was zulk heerlijk weer dat we bij thuiskomst de tuintafel in de zon hebben gezet en buiten hebben geluncht, met op de achtergrond het gezang van de vogels die ook in de gaten hadden dat het vandaag lente was. Een historisch moment, voor het eerst buiten gegeten op de Schapendrift! Wat een genot, zo'n grote tafel èn ruimte om er aan te zitten.
Rond drieën namen we -onder toeziend oog van Krokus, die ook steeds meer haar draai lijkt te vinden- afscheid van Roy en Bar.
Ik heb toen de grondgrendel aan het hek gemaakt (de aanhouder wint), terwijl Irene van de zon genoot.
Je zou denken dat ze niets liever wilde dan haar nieuwe takkenzaag uitproberen, maar de verlokkingen van een deckchair uit de wind en in de zon bleken even te sterk.
Ze had overigens groot gelijk om daaraan toe te geven en het duurde ook niet lang, want de strijd tegen de klimop gaat onverdroten voort.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten